Het vernieuwde tijdskrediet: hoe en wat?
Sinds begin dit jaar is er een en ander gewijzigd aan het stelsel van tijdskrediet waar zoveel werknemers gebruik van maken. Een korte round-up.
Wat?
Het tijdskrediet is een systeem dat de werknemer uit de privésector de mogelijkheid geeft zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of tijdens een bepaalde periode te verminderen (tot de helft of tot 4/5), met de garantie om na afloop ervan opnieuw aan de slag te gaan in dezelfde functie. Het systeem werd begin 2002 in het leven geroepen om een betere combinatie tussen het professionele en het privéleven mogelijk te maken. Het verving het oude systeem voor loopbaanonderbreking, dat sinds 1985 bestond.
Voor wie?
Het merendeel van de werkgevers en de werknemers uit de privésector vallen onder dit stelsel. Werknemers uit de openbare sector (federale overheid, gewesten en gemeenschappen, lokale en provinciale overheden, autonome overheidsbedrijven zoals de NMBS en Bpost) vallen niet onder dit stelsel, wel onder de oude regeling voor loopbaanonderbreking.
Welke soorten?
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen deze soorten tijdskrediet:
zonder motief.
met motief, namelijk:
om een erkende opleiding te volgen;
om te zorgen voor zijn kind dat jonger is dan 8 jaar;
om te zorgen voor een ernstig ziek gezins- of familielid tot de 2de graad;
om palliatieve zorgen te verstrekken;
om te zorgen voor zijn gehandicapte kind dat jonger is dan 21 jaar.
in het eindeloopbaanstelsel.
Wat met mijn inkomen?
Wie tijdskrediet opneemt, heeft in bepaalde gevallen recht op onderbrekingsuitkeringen van de RVA. Het is hier dat de belangrijkste wijzigingen werden doorgevoerd:
– Tijdskrediet zonder motief: geen onderbrekingsuitkering
Als alle toegangsvoorwaarden bij de werkgever zijn vervuld, kan de werknemer nog altijd voltijds, halftijds of 1/5 tijdskrediet zonder motief opnemen voor een periode van maximaal 12 maanden voltijds equivalent, maar zonder uitkeringen van de RVA.
– Tijdskrediet met motief: uitkering in bepaalde gevallen
De onderbrekingsuitkeringen voor de verschillende tijdskredieten met motief blijven behouden. Vanaf 1 januari 2015 kun je zo’n uitkering krijgen:
gedurende maximum 36 maanden om een erkende opleiding te volgen;
of gedurende maximum 48 maanden voor de andere motieven.
De duur van 36 of 48 maanden wordt niet proportioneel berekend in geval van halftijds of 1/5 tijdskrediet. Met andere woorden, de duur van 36 of 48 maanden blijft dezelfde, of je het tijdskrediet nu voltijds, halftijds of 1/5 opneemt.
De maximumduur van het tijdskrediet zelf hangt af van de CAO bij jouw werkgever. Het kan dus gebeuren dat je langer tijdskrediet opneemt dan de hierboven vermelde termijn, maar voor die bijkomende periode krijg je dan geen uitkering meer.
– Tijdskrediet eindeloopbaan: uitkering in bepaalde gevallen
Sinds 1 januari 2015 hebben enkel werknemers die ten minste 60 jaar oud zijn bij het begin van hun vermindering van prestaties het recht op onderbrekingsuitkeringen, als ze ten minste 25 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende hebben op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever.
De leeftijdsgrens ligt op 55 jaar voor werknemers in een van de volgende situaties:
ze zijn op de aanvangsdatum van hun vermindering van prestaties tewerkgesteld in een onderneming in herstructurering of in moeilijkheden;
op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever kunnen ze 35 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen;
op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever waren ze:
ofwel ten minste 5 jaar gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
ofwel ten minste 7 jaar gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
ofwel ten minste 20 jaar tewerkgesteld in een stelsel van nachtarbeid, bedoeld in artikel 1 van de cao nr. 46;
ofwel tewerkgesteld door een werkgever uit het paritair comité van het bouwbedrijf en beschikken ze over een attest van een arbeidsgeneesheer die hun ongeschiktheid bevestigt om hun beroepsactiviteit voort te zetten.
Deze leeftijdsgrens zal in principe worden opgetrokken tot:
56 jaar vanaf 1 januari 2016;
57 jaar vanaf 1 januari 2017;
58 jaar vanaf 1 januari 2018;
60 jaar vanaf 1 januari 2019.
Voor een aantal specifieke categorieën zijn wel overgangsmaatregelen voorzien, meer daarover lees je op de website van de RVA.
Bron: www.rva.be.